Bankmedewerker stelt belang klant niet centraal, komt ermee weg
Geplaatst op: 07-06-2018, 15:48:42
In strijd met de bankiers eed stelde een medewerker van een niet nader genoemde bank het belang van een klant niet centraal. De Commissie van Beroep oordeelt net als eerder de Tuchtcommissie banken dat de man, het voormalige hoofd van de afdeling bijzonder beheer bij de bank, de gedragscode schond. Wegens “specifieke omstandigheden” blijven maatregelen tegen hem uit. De in eerste instantie opgelegde berisping wordt zelfs ingetrokken.
Een cliënte van de bank deed in 2016 een melding over de bankmedewerker. Zij wilde een afschrift van of inzage in haar kredietdossier maar kreeg die niet. Eind 2017 oordeelde de Tuchtcommissie dat de bankmedewerker was tekortgeschoten in de communicatie. Hij stelde het belang van de klant niet centraal, wat in strijd is met de gedragscode. De Tuchtcommissie verklaarde de klacht van de vrouw daarom gegrond en legde een berisping op.
Kastje naar de muur
Nadat zowel de vrouw al de bankmedewerker beroep instelde, oordeelt nu ook de Commissie van Beroep dat de man de gedragscode schond door het belang van de klant niet centraal te stellen. “Hij reageerde niet adequaat op duidelijke verzoeken om informatie. De meldster beklaagde zich er terecht over dat zij van het kastje naar de muur werd gestuurd.”
Geen maatregel
Ondanks de ernst van het verwijt is er volgens de Commissie van Beroep niet voldoende reden om een maatregel op te leggen. Daarbij houdt commissie naar eigen zeggen rekening met de specifieke omstandigheden van het geval. Zo was de bankmedewerker niet de eigenlijke behandelaar van het dossier, maar was hij alleen ingeschakeld om een minnelijke oplossing te bereiken. Daartoe spande hij zich naar behoren in. Ook bleek de bank bereid de vordering op de meldster buiten invordering te laten. “Gelet op de omstandigheden acht de Commissie van Beroep een tuchtrechtelijke maatregel niet gerechtvaardigd.”
Bron: bijdrage van Robert Paling van 31 mei 2018 op www.amweb.nl